Slag bij Castricum 1799

Een gecombineerde Brits-Russische invasiemacht komt in contact met de Franse bezettingstroepen in Nederland. Een veldslag volgt en bijna 4.000 soldaten komen om het leven. De slag bij Castricum van 6 oktober 1799 is een van de belangrijkste veldslagen in de Tweede Coalitieoorlog tegen Frankrijk.

Op 27 augustus 1799 stuurde de Tweede Coalitie een expeditie naar Noord-Holland om Nederland te bevrijden. Het leger bestond uit een gecombineerde Brits-Russische troepenmacht en telde ruim 32.000 soldaten.

Op 6 oktober 1799 kwam het tot een veldslag tussen een Frans-Bataafs leger en de Brits-Russische troepenmacht. De strijd vond plaats nabij het dorp Castricum, dat gedurende de dag meerdere malen van eigenaar wisselde. Aan het eind van de dag besloot de Russische bevelhebber om de Franse troepen te flankeren, maar zijn opmars liep vast in een aantal sloten rondom een weiland. De Russische troepen werden genoodzaakt zich terug te trekken, waarop ook de Britse soldaten besloten te vluchten.

sbc

Een chaotische terugval was het gevolg en uiteindelijk verloor de Coalitie meer dan 2500 soldaten en 11 kanonnen. Op 10 oktober tekenden de Coalitie en Frankrijk de Conventie van Almaar, waarin werd vastgelegd dat het expeditieleger zich terug zou trekken uit Nederland. Het zou vervolgens nog tot 1813 duren voordat Nederland weer bevrijd werd van de Franse overheersing.

Verslag van een ooggetuige

Ook de inwoners van Castricum waren het slachtoffer van de strijd. Ooggetuige Pastoor Bommer over de plundering van Castricum:

“Het getal der geroofden en gestoolene Edamsche en Lijdsche kaasen is ontelbaar. En die kaasen, die jong en nog in ’t zout waaren, met de sabels doorgehakt en vernield. Boter, vaatjes met boter, pas gekarnde boter, onnoemelijk veel werd geroofd. Bij ’t Huijs van Juffrouw Nieuwhout van Veen in, daar de officieren lagen, is na hun vertrek nog veel gevonden. De Franschen soldaten kookten de kool in klinkklaare booter, zonder water, gekookt zijnde, konden zij het niet eeten, en wierpen het weg, vernielders, en verkwisters. Het gerookte vleesch, spek en hammen. dat ze maar ontdekte, naamen ze weg. Hennen, eenden en eieren, bijekorven, honing, wijn, bier, genever, brandewijn, room en melk, alles was van hun gading, en verviel in hunne handen. Kooperen keetels, boerenmelk-ketels en pannen van aardewerk, tinnen leepels, schootelen, borden, trekpotten, staalen vorken, naamen ze weg. Zilveren beugelen, oorijzers met zilveren slooten, en klampen van kerkboeken, afgescheurd en afgekapt, alsook ander zilver en goud, en geld weggeroofd. Bedden, lakens, peluwen, sloopen, deekens, tafellaakens, servetten, jassen, mans- en vrouwe- kleederen, schoenen en zilveren gespen, onbedenkelijk veel. Karren, cheesen, wagens, ja ’t ijzer van de wielen, emmers en vaten, was hunne gadingen, daar zijn ook nog paarden weg.”

Slag bij Castricum Soldaten

“Tot ’s middags den 8 october hebben ze (de Fransen) in die tijd niets anders gedaan als vernielen roven en beesten slachten. Om dien tijd wierd er alarm geblazen en moesten allen vertrekken om de Engelschen en Russen te vervolgen. Bij dit alarmblazen heeft Jan Glorie (schepen en landbouwer) nog twee koebeesten behouden, die de Franschen al gehaald hadden om ze te slachten en Jan Glorie heeft zich zo dapper verdedigd in zijn huis tegen de Fransche rovers, dat ze met al hun geweld in twee van zijn kamers niet hebben kunnen komen.”

https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_bij_Castricum